-
1 zijn stijl polijsten
zijn stijl polijsten -
2 zijn stijl polijsten
zijn stijl polijstenpolish/refine one's styleVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zijn stijl polijsten
-
3 polijsten
♦voorbeelden:er valt aan die jongen nog heel wat te polijsten • ce garçon est encore bien mal dégrossihet polijsten • le polissage -
4 polijsten
♦voorbeelden:2 zijn stijl polijsten • polish/refine one's styleer valt aan hem nog heel wat te polijsten • he still has a lot of rough edges that need smoothing off -
5 polieren
-
6 seinen Stil polieren
-
7 schleifen
schleifen1♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 slepen, sleuren ⇒ meeslepen, meetronen————————schleifen2〈overgankelijk & onovergankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
8 polir
polir [pollier]1 polijsten ⇒ slijpen, (op)poetsen1 gepolijst, gladder worden♦voorbeelden:¶ se polir les ongles • zijn nagels doen, politoerensa rudesse se polira avec les ans • met de jaren zullen zijn manieren wel beter wordenv1) polijsten, poetsen2) bijschaven
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Французский